Hervormingen box 3 in 2022

September 2019

Hervorming box 3 in 2022: goed nieuws voor spaarders, niet voor beleggers in Nederlands vastgoed

Volgens plannen van de staatssecretaris van Financiën wordt de box 3-heffing in 2022 aangepast.

Wat gaat er veranderen ?

Huidige situatie

In het huidige box 3 stelsel wordt er niet gekeken hoe uw box 3-vermogen daadwerkelijk is verdeeld.

Dit betekent in de praktijk, dat alle box 3-bezittingen bij elkaar worden opgeteld en alle box 3-schulden hiervan mogen worden afgetrokken.

In het huidige stelsel geldt een vrijstelling van € 30.846. Boven deze vrijstelling wordt uitgegaan van een fictief rendement, dat via progressieve schijven oploopt van 1,8% tot 5,33% voor vermogens boven circa € 1 miljoen. Voor 2019 gelden percentages van 1,94% tot 5,6%).

Dit fictieve rendement wordt in het huidige stelsel uiteindelijk belast tegen een tarief van 30%.

Onderstaande infographic van de belastingdienst geeft de verandering weer.

Bron: Belastingdienst


In tabelvorm zien de veranderingen er als volgt uit:

Box 3 nu

 ■ Vermogen (bezittingen min schulden)

 ■ Minder dan heffingvrij vermogen € 30.846 : geen box 3

 ■ Meer dan heffingvrj vermogen € 30.846: wel box 3

    (over het vermogen voor zover meer dan € 30.846)

 ■ Forfaitair rendement over rendementsgrondslag

   (vermogen min heffingvrij vermogen € 30.846)

  1. van € 0 t/m € 72.792 : 1,80 %
  2. van € 72.797 t/m € 1.005.572 : 4.22 %
  3. meer dan € 1.005.572 : 5.33 %

      a+b+c = rendement box 3

 

 ■ Rendement box 3 = belastbaar inkomen box 3

 ■ Tarief : 30 %

 ■ Peildatumarbitrage binnen box 3: niet mogelijk

Bron: Kamerbrief Aanpassingen box 3


Voorgestelde Box 3 vanaf 2022

 ■ Bezittingen

 ■ Minder dan drempel van € 30.846 geen box 3

 ■ Meer dan drempel van € 30.846 wel box 3 (over het volledige vermogen)

 ■ Forfaitair rendement over vermogen:

  1. waarde van al het spaargeld      : 0,09 %
  2. waarde overige bezittingen        : 5,33 %
  3. waarde schulden                        : 3,03 %

a + b – c = inkomen box 3 *)

 ■ Inkomen box 3 min heffingvrij inkomen = belastbaar inkomen 3

 ■ Tarief: 33 %

 ■ Peildatumarbitrage binnen box 3: wordt ontmoedigd met wetgeving

*) Saldo mag niet lager zijn dan nihil


In de toekomst wordt er dus gekeken hoe uw vermogen werkelijk verdeeld is over spaargeld en overige bezittingen

Voorgestelde situatie

In het nieuwe voorgestelde systeem blijft men werken met fictieve rendementen over spaargeld en overige bezittingen.

Maar er gaat in het nieuwe plan wel gekeken worden hoe uw vermogen werkelijk is verdeeld.

Welk deel van uw vermogen bestaat uit spaargeld en welk deel uit overige box 3-bezittingen?

Over het spaargeld wordt gerekend met een fictief rendement van 0,09%.

Over de overige box 3-bezittingen zal er een fictief rendement worden toegepast van 5,33%.

Aftrekbaarheid van schulden

Heeft u box 3-schulden? Dan kunt u in het nieuwe stelsel 3,03% rente over die schuld in mindering brengen (ongeacht de werkelijk betaalde rente) op het fictieve rendement.

Mensen die lenen om te beleggen in box 3 worden hierdoor zwaarder belast. Dit past in het Nederlandse kabinetsbeleid om de fiscale bevoordeling van vreemd vermogen te verminderen.

Op die manier komt uw belastbare box 3-inkomen tot stand.

Is uw box 3- inkomen straks hoger dan € 400,--, dan zal het meerdere belast worden tegen een tarief van 33% (een verhoging van 3%).

Bestaat uw vermogen alleen uit alleen spaargeld en heeft u geen overige box-3 bezittingen? Dan betaalt u tot circa € 440.000 dus geen box 3-belasting meer. Over die € 440.000 is het fictieve inkomen namelijk € 396 (0,09%) en hiermee blijft u onder de vrijstelling van € 400,--

Fiscale partners mogen samen € 880.000 aan spaargeld hebben.

Beleggers gaan erop achteruit

Spaarders gaan er in het nieuwe voorgestelde stelsel dus op vooruit.

Voor overige box-3 vermogensbestanddelen wordt de box 3 belasting dus verhoogd.

Overige box-3 vermogensbestanddelen bestaan o.a. uit:

■ Vorderingen

■ Beleggingsportefeuilles

■ Tweede woningen en beleggingspanden in Nederland

Met name als die vermogensbestanddelen gefinancierd zijn met een lening gaat u als belegger aanzienlijk meer betalen dan in het huidige stelsel.

Dit komt omdat in het nieuwe stelsel het fiscaal minder interessant wordt om beleggingen (al of niet gedeeltelijk) met een lening te financieren.

In het nieuwe stelsel wordt er namelijk vanuit gegaan, dat u een fictief rendement behaalt van 5,33%, terwijl u maar 3,03% in aftrek mag brengen.

Over het verschil van 2,3% betaalt u 33% box 3-belasting !

Een rekenvoorbeeld in het nieuwe stelsel:

Stel u heeft een privé-vermogen van € 2,5 miljoen in box 3

Verdeling vermogensbestanddelen is in dit voorbeeld als volgt:

■ Spaargeld:

€    200.000,--

■ Beleggingsportefeuille:

€ 1.000.000,--

■ Beleggingspanden:

€ 1.300.000,--

■ Financiering beleggingspanden

€    600.000,--

 

Verschuldigde box-3 belasting in het huidige stelsel:

In het huidige box-3 stelsel betaalt u in dit voorbeeld ca. € 26.000 aan box-3 belasting.

Verschuldigde box-3 belasting in het nieuwe stelsel:

In het nieuwe box-3 stelsel betaalt u in dit voorbeeld: ca. € 34.000,--

Een belastingverhoging van 30% !

Peildatum

De peildatum voor bezittingen in box 3 blijft ook in het nieuwe stelsel waarschijnlijk staan op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.

Het kan dus aantrekkelijk worden om in het nieuwe stelsel op 1 januari beleggingen om te wisselen naar spaargeld.

In het nieuwe wetsvoorstel is hier echter al rekening mee gehouden en zullen er antimisbruikbepalingen worden opgenomen om dit soort ‘peildatum-arbitrage’ te voorkomen. Het is echter nog niet bekend, hoe dit eruit komt te zien.

Het kan zijn dat er toch nog 2 peildata worden ingevoerd om geschuif van ver-mogen tussen spaargeld en beleggingen te voorkomen.

Rekenvoorbeelden

Huidige situatie box 3 (schijven en tarieven 2020)

In het huidige stelsel van box 3 worden schulden in mindering gebracht op de bezittingen, het (positieve) saldo vormt de rendementsgrondslag. Hierover wordt het forfaitaire rendement berekend waarover 30% inkomstenbelasting is.

Huidige Box 3

Belegger in Nederlands Vastgoed

  

Spaargeld

€   20.000

a

 

Waarde verhuurpanden/ vakantiewoningen /gelegen in Nederland

€ 600.000

b

 

Hypotheek op verhuurpand-en/vakantiewoningen gelegen in Nederland

€ 400.000

c

 

Heffingsvrij vermogen (2020)

€   30.846

d

 

Belastbaar vermogen

 € 189.154

a + b – c – d

 

+ Schijf 1 (2020)

€    72.797

x 1,80% =

€ 1.310

+ Schijf 2

(meerdere boven 72.797):

€  116.357

x 4,22% =

€ 4.910

+ Schijf 3

       €           0,--

x 5,33% =

     €        0,00

Belastbaar inkomen Box 3

  

€ 6.220

Te betalen belasting Box 3

 

x 30,00% =

 1.866

 

Rekenvoorbeeld in voorgestelde hervormde box 3

 

Nieuwe Box 3

Belegger in Nederlands vastgoed

  

Spaargeld

€   20.000

a

 

Waarde verhuurpanden

€ 600.000

b

 

Hypotheek verhuurpanden

€ 400.000

c

 

Heffingvrij vermogen

€   30.846

d

 

Belastbaar vermogen

€ 620.000

a + b

 

e + Spaargeld

€   20.000

x 0,09% =

 € 18,00

f + Overig Vermogen

€ 600.000

x 5,33% =

€ 31.980,--

g – Schulden

€ 400.000

x 3,03% =

€ 12.120,--

Inkomen Box 3

(e + f – g)

€ 18 + € 31.980,-- 

– € 12.120,--

  

€ 19.878

Heffingsvrij inkomen

 

                  -/-

     €      400,--

Belastbaar inkomen Box 3

  

€ 19.478

Te betalen belasting Box 3

 

x 33,00% =

  €  6.427,--

 

Een Nederlandse belegger met een Nederlandse vastgoedportefeuille, waarop een aanzienlijke hypotheek schuld rust, gaat in de voorgestelde plannen en in dit rekenvoorbeeld bijna 3,5 x zoveel belasting in box 3 betalen als in de huidige situatie.

Het verschil zit met name in de aftrekbaarheid van de hypotheekschuld, die is in het nieuwe voorgestelde plan niet meer volledig aftrekbaar. En boven de vrijstelling van heffingvrij vermogen van € 30.846 gaat u direct box 3 belasting betalen.

In de volgende nieuwsbrief hopen we de gevolgen  van de hervormingsplannen in box 3 uit te werken voor huiseigenaren/beleggers in buitenlands vastgoed.

Hervorming box 3 valt samen met wetsvoorstel lenen bij eigen vennootschap.

De hervormingsplannen box 3 van het ministerie van Financiën op 1 januari 2022 vallen samen met het wetsvoorstel excessief lenen bij eigen vennootschap, waarmee aanmerkelijkbelanghouders box 2-belasting gaan betalen in het geval ze voor meer dan € 500.000 hebben geleend van hun BV.

Ca. 11.000 DGA’s  hebben een bovenmatige schuld bij hun eigen BV. Een groot deel hiervan heeft dat geleende geld in box 3 belegd in vastgoed.

Om vanaf 2022 een extra heffing in box 2 te voorkomen, zijn veel DGA’s momenteel bezig hun lening te herfinancieren en hun schuld bij de BV om te zetten in een lening bij de bank.  

Maar diezelfde  DGA mag dus straks maar 3,03% van zijn schuld aftrekken in box 3, terwijl zijn vastgoed wordt belast met 5,33%. Deze DGA wordt in 2022 dus dubbel gepakt: De DGA krijgt in box 2 een heffing voor het surplus van de schuld bij de BV boven € 500.000 én hij krijgt een hogere box 3-heffing. Appeltje voor de dorst wordt zowel een hele zure appel.

 

Investeren in buitenlands onroerend goed ?

 

Lees de juridische, financiële en fiscale informatie-handboeken over wonen en aankoop/bezit van onroerend goed in het buitenland. 

 

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Aanmelden
© 2012 - 2024 eenhuisinhetbuitenland | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel