Nederlandse Box 3 tarieven 2019

Nederlandse box 3 tarieven 2019 

Box 3 gaat over sparen en beleggen. De belastingheffing in box 3 (sparen en beleggen) is gebaseerd op een forfaitair rendement. Dus niet op het werkelijk behaalde rendement. Voor de Nederlandse belastingdienst en belastingheffing maakt het dan ook niet uit hoeveel rendement u in werkelijkheid heeft gerealiseerd met uw vermogen in deze box.

Naarmate uw vermogen hoger is, is het forfaitaire rendement ook hoger, voor zover het in een hogere vermogensschijf valt.

Voor 2019 gelden de volgende percentages:

Vergeleken met 2018 is het forfaitair spaarrendement voor 2019 lager en het forfaitair beleggingsrendement hoger. Dat laatste houdt verband met de hogere rendementen op vastgoed (vanwege hogere huizenprijzen) en op aandelen.

Voor de belastingheffing in box 3 gelden in 2019 de volgende tarieven:

Forfaitair rendement

2018

2019

Forfaitair spaarrendement

0,36 %

0,13 %

Forfaitair beleggingsrendement

5,38 %

5,60 %

 

Heffingsvrij vermogen

Heffingsvrij vermogen

2018

2019

Per belasting betaler

€ 30.000

€ 30.360

Met partner

€ 60.000

€ 60.720

Belastbaar vermogen tot € 71.650,--

Bij het belastbaar vermogen in box 3 tot € 71.650 gaat de Belastingdienst ervan uit dat u gemiddeld genomen 67% van dit vermogen aanhoudt als spaargeld en 33% als belegging. Het forfaitair rendementspercentage in deze vermogensschijf is dan 1,9351% (= 67% x 0,13% + 33% x 5,60%).

Belastbaar vermogen tussen € 71.650 en € 989.736

Bij het belastbaar vermogen in box 3 tussen € 71.650 en € 989.736 gaat de Belastingdienst ervan uit dat u gemiddeld genomen 21% van dit vermogen aanhoudt als spaargeld en 79% als belegging. Het forfaitair rendements-percentage in deze vermogensschijf is dan 4,4513% (= 21% x 0,13% + 79% x 5,60%).

Belastbaar vermogen boven de € 989.736

Voor zover het belastbaar vermogen in box 3 meer is dan € 989.736 gaat de Belastingdienst ervan uit dat u gemiddeld genomen dit vermogen volledig aanhoudt als belegging. Het forfaitair rendementspercentage in deze vermogensschijf is dan 5,60% (= 0% x 0,13% + 100% x 5,60%).

Bij genoemde bedragen is al rekening gehouden met het heffingvrije vermogen. Voor partners gelden dubbele bedragen.

Over het forfaitair rendementspercentage wordt vervolgens 30% belasting geheven

Het spaargedeelte in de rendementspercentages voor de belastingheffing in box 3 over 2019 is de gemiddelde spaarrente van juli 2017 tot en met juni 2018. Het gaat om de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rendementen op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal 3 maanden. Voor het beleggingsgedeelte gaat het om het rendement op onroerende zaken, aandelen en obligaties.

Tabel vermogensschijven en bijbehorende rendementspercentages 2019

I

II

III

IV

Van het gedeelte van de grondslag dat meer bedraagt dan

Maar niet meer dan

Is het forfaitaire rendement, waarover 30 % belasting wordt geheven zie uitkomst in tabel IV

Is de inkomsten-

belasting als

% van box 3-vermogen

€ 0

partners:

€ 0

€ 71.650

partners:

€ 143.300

   67% x 0,13

+

 33% x 5,60

1,9351%

0,58%

 

€ 71.650

partners:

€ 143.300

989.736

partners:

€ 1.979.472

 21% x 0,13

+

79% x 5,60

=

4,4513%

1,34 %

€ 989.736

partners:

€ 1.979.472)

 

-

0 % x 0,13%  

+

100% x 5,60  

5,60%

1,68 %

 

Over het forfaitair rendementspercentage wordt vervolgens 30% belasting geheven. Zie uitkomst tabel IV in bovengenoemd schema

Belastingheffing over uw vakantiehuis vanaf 2017

Heeft u vermogen in box 3 dan betaalde u tot 2017 jaarlijks 1,2% inkomstenbelasting over de waarde van uw bezittingen verminderd met eventuele schulden. Per 1 januari 2017 is de belastingheffing in box 3 dus gewijzigd en fiscaal ongunstiger geworden voor mensen met hogere vermogens.

Om te ontsnappen aan deze vermogensrendementsheffing, kunt u overwegen te investeren in een vakantiewoning in het buitenland. Over uw buitenlandse woning betaalt u namelijk geen belasting in Nederland.

Verplaatsing heffing naar een ander land

Zoals uit  bovenstaande voorbeelden blijkt, is na 1 januari 2017 de gemiddelde belastingdruk op uw vermogen toegenomen. Wilt u ontsnappen aan deze jaarlijkse vermogensrendementsheffing, dan is een kijkje over de grens zeker de moeite waard. U kunt bijvoorbeeld overwegen te investeren in een va-kantiewoning in het buitenland. Over de buitenlandse vakantiewoning betaalt u namelijk geen belasting in Nederland, maar in het land waar de woning staat.

De wijziging in box 3 zal voor de buitenlandse vakantiewoning dus nauwelijks gevolgen hebben. In grensoverschrijdende situaties is de belastingheffing over onroerend goed namelijk altijd toegewezen aan het land waar het is gelegen. Wel dient u de woning op te nemen in uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting. In dezelfde aangifte vraagt u dan voorkoming van dubbele belasting. Dit kan tot iets meer heffing leiden dan nu het geval is, maar is nog altijd voordeliger dan een tweede woning in Nederland.

Aangifte tweede huis in het buitenland

Ondanks deze bepaling, is het van belang dat u uw tweede huis in het buitenland toch opgeeft in de Nederlandse belastingaangifte. U heeft in dat geval namelijk recht op een vrijstelling. Om gebruik te maken van deze vrijstelling, moet u ‘aan buitenlandse belasting onderworpen box-3 vermogen’ aanvinken en hier de waarde en schuld van de tweede woning in het buitenland aangeven. De Belastingdienst brengt deze waarde dan bij de aangifte vervolgens weer in mindering op de te betalen belasting.

Waarde 2e woning

Hebt u een 2e woning in Nederland? Vermeld dan de WOZ-waarde met waardepeildatum 1 januari van het jaar vóór het jaar van aangifte. Die staat op de WOZ-beschikking die u hebt gekregen van uw gemeente.

Is het een 2e woning buiten Nederland? Vermeld dan de waarde in het economisch verkeer in onbewoonde staat op 1 januari van het jaar vóór het jaar van aangifte.

Een 2e woning is niet:

■   de eigen woning die uw hoofdverblijf is in het jaar van aangifte. Ook niet de 'tijdelijke' eigen woning. Deze geeft u aan bij 'Eigen woning' in box 1.

■   een woning die u verhuurt. Hier bedoelen we ook de voormalige eigen woning die u tijdelijk verhuurt in afwachting van verkoop. Geef deze woningen aan bij overige onroerende zaken in box 3.

Voorbeeld

Stel, u bezit een tweede woning in Frankrijk met een waarde van € 400.000,-.

Voor de aankoop hebt u destijds € 100.000,- geleend, de rest betaalde u uit uw spaargeld. Later hebt u nog een tweede hypotheek op uw eigen woning in Nederland genomen van € 50.000,- om hiermee een verbouwing van uw Franse vakantiewoning te betalen. In uw aangifte vermeldt u de waarde van € 400.000,- bij de bezittingen en in totaal € 150.000,- bij de schulden.

 

Uw belastbare vermogen komt in dit voorbeeld uit op:

€ 250.000 – € 30.360 (heffingsvrij vermogen)  = € 219.640

Berekening vermogensbelasting box 3 | alleenstaande (2019)

 

Spaardeel

Beleggingsdeel

1e schijf  t/m € 71.650

67% =

€ 48.006

  33 %

 €   23.645

2e schijf  t/m € 989.736

21% =

€ 31.078

  79 %

 € 116.912

3e schijf boven € 989.736

  0% =

€   0,--

 100 %

 €     0

Grondslag

 

€ 79.083

 

 € 140.557

Rekenrendement

 

0,13 %

 

    5,60%

Grondslag

 

€ 103,--

 

 €    7.871

Vermogensbelasting

30%

x € 103 + € 7.871 =

 

 € 2.392

 

Over uw vermogen van van € 250.000,- bent u dus € 2.392 Nederlandse belasting verschuldigd in box 3

Door in uw aangifte de juiste hokjes aan te kruisen wordt deze € 2.392 weer van de te betalen inkomstenbelasting afgetrokken.

Bron en voor meer informatie:

Harjit Singh
 

 

 

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Aanmelden
© 2012 - 2024 eenhuisinhetbuitenland | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel